-
De lessen van Wouter Applemuzz
Filosofisch dagboek van een enigszins hoogbegaafde dolende ziel met een schitterende missie€ 24,90 -
-
-
-
-
-
-
-
Fokje Pasma (1865-1956)
De doopsgezinde Friese boerendochter Fokje Pasma (1865-1956) was een zelfbewuste, dienstbare vrouw die haar eigen weg zocht. Ze was de muze van Pieter Jelles Troelstra, bevrijdde zich van een gewelddadige echtgenoot en verschafte zich economische onafhankelijkheid door als alleenstaande moeder alsnog een opleiding te volgen. Ze vestigde zich als vroedvrouw in Oostburg en Vlissingen, waar ze in 1914 het Moederhuis oprichtte. Ook was ze de stuwende kracht achter de oprichting van een Vereniging tot Kraamverzorging en Zuigelingenbescherming in Vlissingen.
Bertus Mulder (Heerenveen, 1949) studeerde arbeidssociologie, was docent sociale geschiedenis en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder schreef hij biografieën over Jaap Nieuwenhuize en Sophie Louisa Kwaak en verschenen zijn studies over Pieter Jelles Troelstra.
-
Martha’s labyrint
Een filmscenario waard!
‘Verschooris is een ongelooflijke speurneus die écht baanbrekend werk doet’ – Stefan Hertmans in Humo
Na de Anschluss van maart 1938 vlucht de Weens-joodse biologe Martha Geiringer, lid van de illegale Revolutionäre Sozialisten, naar België. In Gent maakt ze kennis met de arts Yvonne Fontaine, lid van de YWCA (Young Women Christian Association). De steun en opvang die Yvonne aan Martha biedt is uniek. Yvonne, talentvol en hoogopgeleid, en de vrijgevochten Martha, emancipatorisch en op zijn minst biseksueel. Een uitzonderlijk treffen, eigenzinnig en gepassioneerd.
Naar Londen, waar haar familie huist, wil Martha niet. De oorlog drijft haar naar de Filipijnen – een totale misrekening – maar het eindeloze verlangen naar onvoorwaardelijke steun brengt haar, na goede en minder goede tijden, snel bij de stormbestendige Yvonne terug. Aan de magie van het verbond komt echter een einde. Door verraad wordt Martha, nauwelijks dertig, naar Auschwitz gedeporteerd. Yvonne blijft achter, een bijzondere vrouw, een monument van dienstbaarheid.
Verzet, collaboratie, openlijk en verborgen antisemitisme, solidariteit en verklikking, vluchten en migreren, kolonisatie, pandemie en gender komen samen in deze vrouwengeschiedenis, te lezen als sensitieve non-fictie.
Marc Verschooris is geassocieerd onderzoeker bij het CEGESOMA.
-
Aan de wandel
Het was via de pen van J.J. Voskuil dat Maarten en Nicolien begin jaren zestig de literatuur binnenwandelden. In het Amsterdamse universum van de schrijver was het op dat moment 1947. Tot in het jaar 1989 waren zij te volgen in de romans Bij nader inzien en Het Bureau. Drieëndertig jaar later wandelen Maarten en Nicolien steeds. Nu in de verlengde tijd die hen door Wim Huijser is gegeven. Waar Maarten en Nicolien precies wonen en hoe oud ze zijn is niet meer zo duidelijk. De vraag is of ze inmiddels niet Voskuils verbeelding zijn ontgroeid. Hoewel ze zich in veel zaken nog zeer principieel opstellen, dwingt ‘de vooruitgang’ steeds vaker tot water bij de wijn. Wel reizen ze nog uitsluitend per openbaar vervoer en zijn ze geabonneerd op De Groene Amsterdammer. Ook beschikken ze over een laptop en één smartphone. Maar die maken het leven er niet heel veel makkelijker op.
Wim Huijser (1960) schrijft op het snijvlak van geschiedenis, literatuur en landschap. Hij is auteur, samensteller en bloemlezer van ruim zestig titels en daarbij biograaf van schrijver-dichter C. Buddingh’. Wandelen is voor hem een vanzelfsprekende manier om zijn onderwerpen te verkennen. Met routemaker Rob Wolfs maakte hij een zestal wandelgidsen. In 2021 stelde hij uit het oeuvre van J.J. Voskuil de bloemlezing Had je nog willen wandelen? samen. Aan de wandel is zijn fictie-debuut.
-
De stem van het water
Omnibus van vier verhalenbundels
Nog geen eeuw geleden ging het grootste deel van het vrachtvervoer over water. De zeilvaart had daarin zowel op de binnenwateren als buitengaats een belangrijk aandeel. Het was een hard bestaan voor de schipper, zijn vrouw en kroost. Wat een moed, zeemanschap en toewijding waren nodig om het schip ‘vrij’ te bevaren, zodat het beroep en de manier van leven konden worden
doorgegeven aan een volgende generatie. Van Ameland tot Maastricht sprak Hylke Speerstra met tientallen schippers en hun vrouwen. Dit resulteerde in deze bundeling verhalen, die de schipperij een stem gaf die wellicht anders nooit zou zijn gehoord. Een waardevolle oral history over een bijzondere episode in de Nederlandse maritieme historie.Als hoofdredacteur van schippersweekblad Schuttevaer raakte Sp eerstra in de ban van de spankracht van het varensvolk. Hij schreef er vier verhalenbundels over: Kop in de wind, De laatste echte schippers, Schippers van de zee en Bij nacht en ontij.