-
De fjildferhalen
Rink van der Velde fielde him nearne sa goed thús as yn fjild en bosk. As jonge strúnde er om yn ’e bosken fan Beetstersweach en learde er de natuer troch skerp observearjen fan tichtby kennen. Fiskje en jeie wie syn lust en syn libben.
En harkje nei de ferhalen fan manlju dy’t de tiid noch meimakke hiene, dat minsken libje moasten fan fiskerij, mollefangen en de jacht op murden.
De fjildferhalen fan Rink van der Velde binne prachtich skreaun en steane fol mei sekuere observaasjes fan it hâlden en dragen fan minske en bist yn it iepen fjild.De fjildferhalen is in werútjefte fan de ferhalebondel fan Rink van der Velde (1932-2001), ien fan de populêrste skriuwers dy’t Fryslân kend hat.
-
Covidwiksel
Covid kin in oar minske fan ien meitsje. It oerkomt Jan de Vries (06-06-1952, Dinnestrjitte 53b, Ljouwert) as er op deselde dei yn Medysk Sintrum Ljouwert opnommen wurdt as Jan de Vries (06-06-1952, Ingelskestrjitte 28, Ljouwert). Fiif wike letter, as de dokters him better ferklearje en mei in taksy nei hûs stjoere, stapt er in oar libben yn.
Men hearde wolris oer lytse poppen dy’t op de kreamôfdieling fan in sikehûs ferwiksele waarden en mei de ferkearde heit en mem nei hûs stjoerd waarden. Dat der soms ek âlde mantsjes – ûnder dy kategory foel er sa njonkelytsen – ferwiksele en nei in ferkeard hûs stjoerd waarden, wie nij foar him. -
Van Neanderthaler tot Rendierjager
‘Van neanderthaler tot rendierjager’ is het eerste deel in een toegankelijk en rijk geïllustreerde reeks over de archeologie van Drenthe. Meer dan 115.000 jaar geleden liet een neanderthaler zijn vuurstenen werktuig achter in wat wij nu Drenthe noemen. Voor zover we weten was hij of zij de allereerste mens in deze contreien. In de daaropvolgende 85.000 jaar zou deze nu uitgestorven menssoort met tussenpozen in Drenthe verblijven. Van hun aanwezigheid zijn echter niet veel sporen achtergebleven. Alleen hun stenen werktuigen herinneren ons aan deze lang vervlogen tijden. Archeologen kunnen echter veel afleiden aan deze oeroude artefacten. Waar zijn ze voor gebruikt? Hoe zijn ze gemaakt en wat vertellen ze ons over het leven van de neanderthaler in Drenthe?
Zo’n 40.000 jaar geleden stierf de neanderthaler uit en bleef de nieuwkomer Homo sapiens alleen achter. Omdat het noorden van Europa gevangen was in de ijskoude greep van de ijstijd leefden onze verre voorouders in eerste instantie alleen in meer zuidelijkere regio’s. Maar toen de temperatuur steeg, trokken ook deze jagers op den duur naar Drenthe. Omdat zij voornamelijk leefden van de jacht op rendieren, noemen wij hen ‘rendierjagers’. In een tijd van zeer snelle klimaatwisselingen aan het einde van de laatste ijstijd volgden verschillende rendierjagersculturen elkaar snel op. Ook van deze mensen zijn de meeste sporen volledig verdwenen, maar dankzij resten van hun kampementen, haardplaatsen en wederom stenen werktuigen vangen we een glimp op van hun dagelijks leven.
In ’Van neanderthaler tot rendierjager’ vertellen wij het verhaal van deze prehistorische mensen die leefden in wat archeologen de Oude Steentijd noemen. In een voor ons onherkenbaar Drenthe, volkomen afhankelijk van het klimaat en van wat de natuur hen bood, hadden zij allen hun eigen manier om hier een bestaan op te bouwen. Maar of dit altijd even succesvol was….
De reeks ‘Archeologie in Drenthe’ is een samenwerking van Stichting Het Drentse Landschap, Het Hunebedcentrum, Stichting Stone en Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum.
-
-
Van top tot teen Molukker
Winnaar DHV-prijs 2022
De Molukse gemeenschap heeft in de 71 jaar in Nederland zijn voetafdruk achtergelaten. Weinigen zijn zich echter bewust van deze geschiedenis en de achtergrond en het heden van de Molukse gemeenschap in Nederland. Hun verhaal is meer dan een gijzeling van een gebouw of een kaping van een trein.
In ‘Van Top tot Teen Molukker’ wordt teruggekeken op 71 jaar Molukse gemeenschap in Drenthe en Assen. Hoe ervoeren de Molukkers de reis naar Nederland en het verblijf in Schattenberg? Hoe verliep vervolgens de (gedwongen) verhuizing naar de Molukse wijken in Assen? Wat was de rol van de landelijke en de gemeentelijke politiek? Waarom verliep de huisvesting van de Molukse gemeenschap in verschillende fasen, wat uiteindelijk leidde tot drie verschillende wijken? En welke rol speelde de strijd voor de vrije Molukken?
‘Van Top tot Teen Molukker’ vertelt het verhaal van de ontmoeting en confrontatie met de Nederlandse cultuur aan de hand van twaalf interviews met Molukkers uit de eerste, tweede, derde, vierde en vijfde generatie. Ook worden drie Nederlanders geïnterviewd die veel contacten hebben met Molukkers, privé en professioneel.
Djodjie CA Rinsampessy kijkt met de geïnterviewden terug op hun geschiedenis en hoe zij deze hebben ervaren. Guido Abuys beschrijft in een historisch overzicht de komst van de Molukkers en het ontstaan van de wijken.
Het verhaal van de eerste generatie, waarvan er nog slechts enkelen in leven zijn, krijgt een speciaal kader als het wordt afgezet tegen dat van de volgende generaties. De eerste generatie vertelt over haar herinneringen aan de reis naar Nederland, waarbij de tweede generatie soms ook nog iets kan vertellen over het wonen in Schattenberg en de overgang naar de Molukse wijken in Assen. De latere generaties komen aan het woord over hun jeugd, in hoeverre zij zich nog verbonden voelen met het moederland, en waar zij hun toekomst zien.Van Top tot Teen Molukker is het zesde deel in de Nieuwe Asser Historische Reeks.
-
Kleur Veenhuizen
KLEUR VEENHUIZEN is het handboek bij de kleurenwaaier voor Veenhuizen. Het is gemaakt voor bewoners, eigenaren en beleidsmakers, maar ook voor wie nieuwsgierig is naar de ontstaansgeschiedenis van de gebouwen en het landschap.
De ‘pauperkolonie’ Veenhuizen werd in 1822 gebouwd om bedelaars, landlopers en arme gezinnen uit de grote steden een beter bestaan te geven op het platteland. Gaandeweg ontwikkelde Veenhuizen zich tot een strafkolonie. De transformatie tot gevangenisdorp bracht een enorme bouwproductie op gang. Aan het begin van de 20e eeuw was Veenhuizen een zelfvoorzienend gevangenisdorp geworden met scholen, kerken, een hospitaal, werkgebouwen, boerderijen en dienstwoningen waarin het leven tussen gevangenen en bewoners sterk met elkaar vervlochten was. Tot 1983 was Veenhuizen gesloten voor publiek. Hier woonde alleen wie er ook werkte. Met uitzondering van de kerken was heel Veenhuizen in bezit van het Rijk en werd door het Rijk collectief beheerd en onderhouden.
Veenhuizen is ondertussen veranderd van een Justitiedorp in een woonlandschap met daarin nog steeds een aantal in gebruik zijnde gevangenissen. De overgang van één grote eigenaar naar vele eigenaren betekent de overgang van collectief naar individueel uitgevoerd onderhoud en beheer. Vooral bij de woonhuizen worden de gevolgen hiervan zichtbaar. Ramen worden vervangen, luiken verdwijnen en het schilderwerk van de onderdelen krijgt andere kleuren. Daardoor vervagen de zo karakteristieke reeksen en families van gebouwen.
Het handboek en de kleurenwaaier richten zich op de modelwoningen en -boerderijen uit de periode tussen 1884 en 1930 en op de structurerende en terugkerende onderdelen van de bebouwing en het landschap. Daar zijn een aantal praktische redenen voor. De grondtoon van Veenhuizen ligt verankerd in de herhaalbare gebouwtypes en de algemene dragers van het landschap. Het zijn met name deze woningen en boerderijen die particulier beheerd en onderhouden gaan worden en die belang hebben bij toegankelijke en hanteerbare kennis. Het handboek vult de kleurenwaaier aan met kennis van de gebouwen, hoe ze zijn gebouwd, met welke bouwmaterialen, details en kleuren. En het laat de landschappelijke onderdelen zien die het karakteristieke beeld bepalen, in de straat en op het erf.
-
-
-
Jongen van Kotte
‘Jongen van Kotte’ is een spraakmakende uitgave die het verhaal vertelt van de op- en neergang van de katholieke Twentsche Courant en de opkomst van de regionale omroep voor Overijssel. Onderdelen van het bijzondere levensverhaal van Tukker Henny Everts, de ‘Jongen van Kotte’, die nabij de machinefabriek Stork sportief opgroeit in Tuindorp ’t Lansink en ’t Kotte in metaalstad Hengelo. Het boek is naast een verslag van bewogen jonge jaren een weergave van sociaaleconomische omwentelingen in Twente en turbulente regionale en landelijke ontwikkelingen bij de radio- en televisieomroepen. Het is een verrassende route van Twente en Nederland naar een digitale samenleving. Gezien door de jonge en volwassen ogen van de Jongen van Kotte, die het tot zijn eigen verbazing schopt van voetballer tot journalist bij de Twentsche Courant en directeur-hoofdredacteur van RTV Oost.
Herman Finkers: ‘Geen Beentjes van Sint-Hildegard zonder Van Jonge Leu en Oale Groond’
Voormalig Commissaris van de Koningin Jan Hendrikx: ‘Het regionale tv-plan van Henny Everts was pionierswerk’
Carrie ten Napel: ‘Ik verliet het warme nest RTV Oost en ging uit huis’
Marga Bult: ‘Ik ben emotioneel verbonden met RTV Oost’
Laus Steenbeeke: ‘Twents is mijn moerstaal en raakt je vroegste emoties’Henny Everts (Hengelo, 1947) was journalist bij De Twentsche Courant en directeur-hoofdredacteur van RTV Oost.
Peter Schavemaker (Nijverdal, 1967) is mediajournalist, radiopresentator en podcastmaker. In 2018 verscheen zijn boek ‘100 jaar Hilversum Mediastad’. -
-
Het huisgeld en de penningen van de Maatschappij van Weldadigheid en de Rijksgestichten 1821-1871
In 1818 wordt onder de bezielende leiding van Johannes van den Bosch de Maatschappij van Weldadigheid opgericht. In Drenthe sticht hij verschillende koloniën, waar arme landgenoten de kans wordt geboden om door landarbeid een beter bestaan op te bouwen. De kolonisten worden er verplicht om in de koloniewinkels met eigen papieren en metalen huismunten te betalen. Inmiddels zijn de Koloniën van Weldadigheid Unesco Werelderfgoed.
Op meeslepende wijze vertelt Wiebe Nijlunsing hoe het stelsel van huismunten ontstaat en functioneert, waarbij hij de gebruikte munten beschrijft én verschillende situaties waarin deze gebruikt zijn. Daarmee geeft het boek een geheel nieuwe inkijk in de wijze van bestuur en in het dagelijks reilen en zeilen in de koloniën. Een beredeneerde catalogus geeft een helder overzicht van alle op dit moment bekende huismunten.
Dit boek wordt uitgegeven onder auspiciën van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Munt- en Penningkunde. www.koninklijkgenootschap.nl
-