-
-
-
-
De stem van het water
Omnibus van vier verhalenbundels
Nog geen eeuw geleden ging het grootste deel van het vrachtvervoer over water. De zeilvaart had daarin zowel op de binnenwateren als buitengaats een belangrijk aandeel. Het was een hard bestaan voor de schipper, zijn vrouw en kroost. Wat een moed, zeemanschap en toewijding waren nodig om het schip ‘vrij’ te bevaren, zodat het beroep en de manier van leven konden worden
doorgegeven aan een volgende generatie. Van Ameland tot Maastricht sprak Hylke Speerstra met tientallen schippers en hun vrouwen. Dit resulteerde in deze bundeling verhalen, die de schipperij een stem gaf die wellicht anders nooit zou zijn gehoord. Een waardevolle oral history over een bijzondere episode in de Nederlandse maritieme historie.Als hoofdredacteur van schippersweekblad Schuttevaer raakte Sp eerstra in de ban van de spankracht van het varensvolk. Hij schreef er vier verhalenbundels over: Kop in de wind, De laatste echte schippers, Schippers van de zee en Bij nacht en ontij.
-
Wat gebeurt er in het Nederlands?
Wat betekent het als een woord, zin of uitspraak vaak voorkomt, of juist bijna nooit? Deze ogenschijnlijk simpele vraag is het uitgangspunt voor een grote verscheidenheid aan bijdragen, die kijken naar de Nederlandse taal in al zijn rijkdom. Taal vroeger, taal nu, en de veranderingen die plaatsvonden. Over uitspraak en grammatica, over meta foren, uitdrukkingen en nog veel meer, vertellen 60 neer landici uit Nederland, Vlaanderen en Suriname. Nicoline van der Sijs is als senior-onderzoeker verbonden aan het Instituut voor de Nederlandse Taal en als hoogleraar historische taalkunde van het Nederlands aan de Radboud Universiteit. Lauren Fonteyn is verbonden aan de Universiteit Leiden als onderzoeker en docent (toegepaste) taalkunde. Marten van der Meulen promoveert aan de Radboud Universiteit en schrijft, spreekt en blogt over taal voor ieder publiek.
-
Testamint fan de siel
Twa jonges belibje, alhiel los fanelkoar, in ferskriklike jeugd. De iene yn it Fryske wetterlân, de oare tusken in keppel mislearre ymmigranten op de Kanadeeske prairy. As bern wurde se oan harren lot oerlitten, mar se sette troch. Beide meitsje se karriêre en fine de leafde. Wat se trochmakken en harren pleaget ferswije se. Oant se wer allinne komme te stean en yn Kanada as âlde mannen mei-elkoar yn ’e kunde komme. Se reitsje oan de praat en fertrouwe elkoar ta wat se noait kwyt woene. By tafal komme se derachter dat harren hertferskuorrende libbens ferweven binne…
-
-
-
Hannekemaaiers en Kiepkerels
Vanaf de Gouden Eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog kwamen elk voorjaar duizenden seizoenarbeiders vanuit Duitsland naar Nederland om de boeren te helpen bij de hooioogst. Ze werden hannekemaaiers, mieren of poepen genoemd. Individueel of in groepjes boden ze zich aan. Boeren in het noorden hadden gemiddeld twee tot vier hannekemaaiers aan het werk. Sommigen kwamen jaar na jaar terug bij dezelfde boer. Anderen handelden in linnenwaren. Deze ‘lapkepoepen’ vormden de basis van talloze winkels en bedrijven in kleding en textiel die nu nog steeds in Nederland aanwezig zijn.
In Hannekemaaiers en Kiepkerels beschreef Kornelis Mulder (1916-1978) de geschiedenis, de herkomst en de invloed van deze seizoenarbeiders. -
-
-