-
-
-
-
-
-
-
Helmen vol verhalen
Helmen Vol Verhalen is een landelijk project waarin veteranen worden gekoppeld aan kunstenaars, die het persoonlijke missieverhaal van de veteraan vertalen in een kunstwerk waarin de ‘helm’ als metafoor voor het militaire beroep is verwerkt. In het boek Helmen Vol Verhalen worden de verhalen van de veteranen opgenomen en ook het verhaal van de kunstenaar achter het werk. Het vertelt waarom en hoe het kunstwerk tot stand is gekomen. Op de voorgrond staat het verhaal van de veteraan, over ‘op missie gaan’. Veel Nederlanders kunnen zich daar niets bij voorstellen. Deze verhalen geven een indrukwekkend inzicht in de werkelijkheid en de impact dat het heeft op de veteranen en hun thuisfront.
Als oud-matroos en veteraan leidt Amy van Son het project Helmen vol verhalen. ‘In vroegere tijden rukte het hele dorp uit om haar krijgers binnen te halen na een veldslag. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Zeker niet als het ‘jonge’ veteranen betreft. Om weer meer begrip en erkenning voor veteranen te krijgen, moeten burgers weten wat het betekent om naar een oorlog gestuurd te worden. Maar veel veteranen vinden het moeilijk hun ervaringen onder woorden te brengen. Daarom laten we veteranen hun verhaal vertellen aan een kunstenaar. Die vertaalt dat naar een kunstwerk. Het proces, het eindresultaat en de band die daaruit ontstaan, zijn helend.’
Ook voor Amy zelf. ‘De onthulling van elk kunstwerk – tweeëntwintig tot nu toe – emotioneert me telkens weer. Want door iets te betekenen voor anderen, erken ik ook mezelf.’Amy van Son brengt met Helmen vol verhalen een eerbetoon aan degenen die hun leven gewijd hebben aan de bescherming van vrijheid en vrede. Dit boek is een diepgaande en aangrijpende ervaring die je kijk op oorlog, moed en menselijkheid zal veranderen.
-
Poolse strijders over de Hondsrug
De bevrijding van Noordoost-Nederland door de 1e Poolse Pantserdivisie€ 25,00Poolse strijders over de Hondsrug
In Poolse strijders over de Hondsrug werpt auteur Harold de Jong een licht op een vaak onderbelicht aspect van de Tweede Wereldoorlog: de heldhaftige inzet van de 1e Poolse Pantserdivisie onder leiding van Generaal Maczek, en hun cruciale rol bij de bevrijding van Noordoost Nederland.
Harold de Jong schetst in dit boek een gedetailleerd beeld van de moed, vastberadenheid en opoffering van deze Poolse strijders, terwijl ze vastberaden oprukken over de uitgestrekte Hondsrug. Dit historische verhaal wordt verweven met nieuw kaartmateriaal, gedetailleerde beschrijvingen en nauwkeurig onderzoek en vormt het een nieuw naslagwerk over de strijd die de Poolse strijders in het noorden van Nederland hebben gevoerd.
Poolse strijders over de Hondsrug is een eerbetoon aan de dappere mannen en vrouwen die hun leven waagden in de strijd tegen de onderdrukkers. Het onthult de intense strijd, de ontberingen en de triomfen van de Poolse soldaten terwijl ze vechten voor vrijheid en gerechtigheid in een verwoest Europa. Het vertelt ook het verhaal van kamp Oberlangen, een krijgsgevangenenkamp net over de Nederlandse grens, waar 1.728 Poolse vrouwen wachten op hun bevrijding.
Poolse strijders over de Hondsrug gaat verder dan het beschrijven van een historisch evenement; het is een meeslepend verhaal van menselijke veerkracht, opoffering en doorzettingsvermogen. Het herinnert ons aan de immense offers die zijn gebracht om de vrijheid te herwinnen en eert degenen die hun leven hebben gewaagd voor onze vrijheid.
-
Het verhaal van de kolken in het Dollardgebied
In 2014 is de werkgroep Oldambt van het IVN gestart met het project ‘Kolken in het Dollardgebied’. Het doel was om de kolken in kaart te brengen en waar mogelijk de aanwezige natuur te inventariseren. Kolken zijn ontstaan als gevolg van dijkdoorbraken. Doordat het water zich met grote kracht door de opening perste, ontstond door het kolkende water een diep gat. De doorbraak is vervolgens hersteld door om de kolk heen een nooddijk aan te leggen, waardoor de kolk binnendijks kwam te liggen.
Door de eeuwen heen zijn kolken door de boeren en de lokale bevolking gebruikt als drinkplaats voor vee, stortplaats van afval en als vis-, zwem-, en schaatswater. In de loop van de tijd zijn ondiepe kolken verland of kolken zijn gedempt door de beschikbaarheid van grotere en sterke graafmachines. In het gebied rond de Westerwoldse Aa zijn in de jaren 60 van de vorige eeuw de meeste kolken gedempt. Een klein aantal kolken is als landschapselement bewaard gebleven. Bij de ruilverkavelingen van de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden de kolken in het Oldambt in de meeste gevallen in het kader van het toen verplichte landschapsplan als kleine perceeltjes toegewezen aan Staatsbosbeheer. Daarop werd vaak een stukje bos aangeplant. De reden van deze bosaanplant is het idee dat natuur zonder bos geen natuur kon zijn en dat een landschapselement van verre herkenbaar moest zijn. Kolken zijn tegenwoordig kleine natuurgebiedjes, die als een archipel in het voornamelijk agrarische landschap van het Oldambt liggen.
De zoektocht van de werkgroep naar bestaande en voormalige kolken is begonnen met een kaart van de bodemkundige Ir. De Smet, die rond 1960 uitvoerig de bodemeigenschappen en bodemgesteldheid van het Oldambtgebied heeft beschreven en in kaart gebracht. Op een van zijn kaarten heeft hij met rode lijnen de tracés van de bestaande, voormalige en vermoedelijke dijken aangegeven, die gedurende eeuwen in dit gebied aanwezig zijn of waren. Met blauwe stippen heeft hij de plaatsen gemarkeerd van bestaande, voormalige en vermoedelijke kolken. In totaal heeft hij 90 locaties gemarkeerd en daarvan heeft de werkgroep er ruim 30 teruggevonden, die aanwezig of herkenbaar waren. In deze kolken hebben vrijwilligers van IVN, KNNV en Club Oldambster Groen geïnventariseerd wat de toestand per kolk is, welke organismen er zich bevinden en welke natuurwaarden aanwezig zijn. Naast deze natuurinventarisaties heeft het project ook de doelstelling de cultuurhistorische waarden per kolk te inventariseren. Ze onderzoeken de geschiedenis van elke kolk, verzamelen er verhalen over en proberen er achter te komen, wat er met en rondom elke kolk in de loop der eeuwen is gebeurd. Naast het veldwerk is ook veel tijd doorgebracht in meerdere archieven.
-
Op reis met de Klipfontein
In 1946 monsterde Toine de Meijer als scheepsarts aan op de Klipfontein, een vrachtschip met passagiersaccommodatie. Zijn eerste reis was naar Nederlands-Indië, waar ze onder andere militairen naartoe brachten en repatrianten ophaalden. Vervolgens voer hij langs de kusten van Afrika en ten slotte naar West-Indië. Bijna dagelijks schreef hij brieven aan zijn ouders en vertelde daarin over de plaatsen die hij bezocht, het leven aan boord en over de mensen die hij ontmoette. Toine was een humoristische en vaak vileine observator. De welgestelde elite met wie hij dineerde aan de officierstafels, de bemanning, de dekpassagiers met hun levende have, de mensen aan de wal: ze komen tot leven in zijn beschrijvingen én in zijn potloodtekeningen. Ook geven de brieven een inkijk in de koloniale wereld waarin Europa destijds nog volop verkeerde, met de grote verschillen tussen de westerse passagiers en de inheemse bevolking.
Tijdens de eerste reis met de Klipfontein ontsproot de liefde tussen Toine en Steventje Ligtelijn. Ze trouwden in 1948 en uiteindelijk besloot Toine zijn varende bestaan op te geven en huisarts aan wal te worden. Hun oudste dochter, Mirjam de Meijer, kreeg pas na de dood van haar ouders de brieven in handen. Ze besloot deze brieven te bundelen in dit boek. Een uniek stuk familiegeschiedenis wordt hiermee blootgelegd, maar ook een reisverhaal dat een interessant tijdsbeeld geeft, met als rode draad het reilen en zeilen van een scheepsarts.